vrijdag 21 februari 2014

Na 31 jaren in dit leven...

Serieus vind ik dat klinken, 31 jaar. Een-en-dertig. En eigenlijk is het ook wel serieus.
Het is werken, voor de kinderen zorgen (of is het omgekeerd), het huishouden beredderen, mijn liefste lief hebben.  Het zijn kleine zorgen en grotere zorgen. Ik kan gelukkig zeggen dat ik van echt grote zorgen gespaard ben.

Ben ik gelukkig met dit leven?
Ik denk het wel ja. Ik doe mijn werk graag en voel me gewaardeerd voor wat ik doe. Ik heb ook het gevoel dat ik het elke dag iets beter doe.
Ik hou van mijn kinderen. Ze doen me lachen...en soms ook huilen. Ik bewonder ze en mopper soms op ze. Ze geven me knuffels, wijze vragen of een helpende hand, ik kan een trotse mama zijn.  Ook K., hoe moeilijk het ook is, ik ben blij dat ze bij ons een thuis heeft. Ze houdt me vaak een spiegel voor, ik mag haar dankbaar zijn voor wat ze me al geleerd heeft.
Het huishouden, ja, dat is er nu eenmaal. Dat is niet mijn bepaald mijn hobby. Maar ik vind het leuk om er een 'thuis' van te maken. Ik kan het eigenlijk nog altijd niet geloven, dat dat kleine meisje dat ik ooit was (en nog steeds een beetje ben) nu een huis heeft te onderhouden met 4 kinderen in.
En mijn liefste, daar heb ik geen woorden voor. Daar ben ik nog steeds het gelukkigst mee. Mijn liefste geeft mij de kracht om al het voorgaande te realiseren. Hij geeft me warmte en vertrouwen.
En ja, ook bij ons gaat het soms moeilijk. Soms lopen we even naast elkaar elk met zijn eigen bekommernissen en dan nog de gedeelde er tussen in. Maar uiteindelijk sluiten we elkaar terug in de armen en knuffelen al die bekommernissen weg.

En toch, toch knaagt er wel eens iets in me. Toch mis ik soms iets.
Ik droom van reizen, niet ver, wel avontuurlijk. Rondtrekken, de pracht van de wereld in me opnemen, al wandelend tot rust komen.
Ik droom van een huis met een grotere tuin, met bomen om in te klimmen (voor de kinderen 😉). Ik droom van een leven zonder mijn auto, met de fiets naar het werk en de school en de winkel. Ik droom van een leven waar ik nog beter het evenwicht tussen werk en gezin kan vinden. Ik droom van schrijven, van creatief bezig zijn. Ook van meer buiten zijn, van te leven met de seizoenen op mijn huid. Ik droom van altijd-flinke-kinderen.
Ik droom.

Maar ik doe niet veel met mijn dromen. Ze botsen met mijn realiteit. Ze botsen met het werk dat ik nu graag doe. Ze botsen met het grote gezin waar ik voor gekozen heb. Ze botsen met de samenleving waarin ik leef. Ze botsen met mezelf.

En eigenlijk ben ik wel gelukkig.

En uit ervaring weet ik dat een warm gezin om me heen me meer waard is dan grootse dromen achterna te lopen.

En gelukkig maken mijn kinderen graag mopjes, zo valt dat serieus al eens door de mand.